Hoe bereik je bewoners met een lagere sociaaleconomische positie (lage SEP) en maak je leefstijlcoaching voor hen toegankelijk? Voor Charlotte Siekman, initiatiefnemer en leefstijlcoach bij Groningen Beweegt, is dat de kern van haar werk. Met creatieve oplossingen, veel persoonlijke aandacht en een goede dosis doorzettingsvermogen weet ze juist die doelgroep te bereiken die vaak het moeilijkst in beweging komt.
“Het vraagt soms net een andere aanpak,” vertelt Charlotte. “Je moet aansluiten bij de belevingswereld van mensen en niet verwachten dat zij zich aanpassen aan jouw ideale plaatje van leefstijlverandering.” Groningen Beweegt startte ooit met één enkele beweeggroep. De gedachten erachter was dat bewegen samen in een groep een veilig gevoel geeft. Inmiddels draaien er zo’n 30 beweeggroepen per week in meerdere wijken en geeft Groningen Beweegt één a twee keer per jaar een leefstijlcursus in elke Groningen Beweegt-wijk. Deze cursus bestaat uit 15 wekelijkse bijeenkomsten van anderhalf uur, met maximaal 10 deelnemers. Charlotte: “De beweeggroepen en leefstijlcursus zijn echt voor iedereen in de wijk, dus het publiek is een echte afspiegeling van de maatschappij.”
Laagdrempelig en dichtbij
In de aanpak van Charlotte staat laagdrempeligheid centraal. Dat betekent vooral aanwezig zijn waar mensen zijn. Denk aan buurthuizen, sportverenigingen en lokale initiatieven. “Als je echt zichtbaar bent in de wijk, bouw je vertrouwen op. Pas dan ontstaat ruimte om over leefstijl te praten.” Bij de leefstijlcursus werkt Charlotte met het ASE-model van gedragsverandering. “We spelen daarbij echt in op de problematiek in de wijk en welke factoren bijdragen aan de intentie om het gedrag te veranderen. Omdat we hier aan de voorkant al op inspelen, hebben we weinig uitval in de leefstijlgroepen. We geloven ook echt in de eigen effectiviteit van de deelnemers en we spelen daar ook erg op in. “
Inspelen op obstakels
Veel bewoners met lage SEP ervaren praktische en mentale drempels om gezonder te leven. Geld, tijd en energie zijn vaak schaars. Charlotte: “Het helpt om heel concreet te maken wat iemand wél kan doen. Soms is dat beginnen met drie keer per week een korte wandeling. Kleine stappen maken het haalbaar en geven vertrouwen.”
Financiering en samenwerking
De leefstijlcursus en beweeggroepen worden grotendeels gefinancierd door de gemeente Groningen. “Ons aanbod is echt wijkgericht en pakt veel problemen tegelijk aan, zoals eenzame ouderen en andere sociale problemen”, vertelt Charlotte. “We sluiten aan bij het GALA (Gezond en Actief Leven Akkoord, red.) en de gemeentelijke wijkvernieuwingsplannen, waarbij het gaat om een gezond en actief leven voor alle wijkbewoners, in een gezonde leefomgeving met een sterk sociaal netwerk.” Charlotte benadrukt hoe belangrijk samenwerking is. Ze zoekt actief contact met huisartsen, buurtsportcoaches en welzijnswerk. “Je hoeft het niet alleen te doen. Samen maak je het netwerk sterker en kun je mensen beter begeleiden. Bovendien voelen deelnemers zich gesteund als ze merken dat meerdere professionals achter hen staan.”
Inspiratie voor leefstijlcoaches
De aanpak van Charlotte laat zien dat leefstijlcoaching bij lage SEP niet ingewikkeld hoeft te zijn, maar wel maatwerk vraagt. Praktisch, persoonlijk en dichtbij de leefwereld van de cliënt: dat is de sleutel. “Je moet soms wat geduld hebben,” besluit Charlotte. “Maar als je ziet dat iemand die nooit aan sport deed nu met plezier mee wandelt of kookt, weet je dat het werkt. Dat is waar je het voor doet.”