Nieuw RIVM-rapport over uitval GLI

Het RIVM heeft 2 september een nieuw rapport gepubliceerd over uitval tijdens de GLI. Tussen 2019 en 2024 stopten gemiddeld vier op de tien deelnemers vroegtijdig met de GLI. De BLCN (Beroepsvereniging Leefstijlcoaches Nederland) herkent deze cijfers niet zo sterk. “Het gebrek aan financiering van verschillende GLI’s en een Centrale Zorgcoördinator draagt het meest bij aan vroegtijdige uitval.”

Volgens het rapport start negen procent van de deelnemers niet met de GLI na de intake en stoppen vier op de 10 deelnemers vroegtijdig. Inge Out, voorzitter van de BLCN, vermoedt dat dit voor een groot deel te maken heeft met het ontbreken van aspecten die wel in de richtlijn voor de behandeling van Overgewicht en Obesitas staan, maar waar geen financiering voor is. “In de richtlijn staat dat naast ‘reguliere’ GLI’s ook een GLI+, een individuele GLI en een GLI op maat beschikbaar moeten zijn. Deze GLI’s geven sommige mensen de extra begeleiding die ze nodig hebben, maar hier is geen financiering voor. De keuze is dus beperkt.”

Gebrek aan Centrale Zorgcoördinator

Ook draagt het ontbreken van de financiering van de Centrale Zorgcoördinator bij aan vroegtijdig uitval bij de GLI. Out: “De rol van de Centrale Zorgcoördinator is het analyseren van de situatie en kijken wat er nodig is om een persoon echt te helpen naar een gezondere leefstijl. Soms is dat direct een GLI, maar soms is er bijvoorbeeld eerst schuldhulpverlening of een taaltraject nodig. Nu worden te veel mensen nog noodgedwongen bij een GLI geplaatst die minder goed bij ze past. Dé GLI bestaat namelijk niet: er zijn verschillende GLI’s die allemaal op een andere doelgroep afgestemd zijn. Van de individuele GLI-aanbieders kunnen we niet verwachten dat ze naast hun werk een coördinerende rol oppakken. Daarom is de rol van de Centrale Zorgcoördinator echt cruciaal. Helaas ontbreekt deze rol nog volledig door gebrek aan financiering vanuit de overheid.”

Onvoldoende gemotiveerd

Een veelvoorkomende reden die genoemd wordt bij uitval tijdens de GLI is dat het programma niet meer in iemands leven past. “Natuurlijk kunnen er bepaalde gebeurtenissen, zoals een verhuizing, gezinsuitbreiding, een nieuwe baan, voorkomen waardoor iemand moet stoppen, maar met een gezonde leefstijl ben je elke dag bezig. Als dat niet in iemands leven past, kun je je afvragen in hoeverre iemand echt gemotiveerd is om aan de slag te gaan met een gezondere leefstijl.” De BLCN-voorzitter benadrukt dat gedragsverandering complex is. “Deelnemers verwachten toch soms een quick fix van de GLI. Als deze verwachting niet juist blijkt te zijn, vallen ze sneller uit.”

Minder herkenbaar

Dat uitval voorkomt en dat de cijfers hoger zijn dan gewenst ziet de BLCN ook. Echter zijn er bij de beroepsvereniging cijfers van tussen de 0 en 33 procent bekend. Een reden daarvoor kan zijn dat BLCN-leefstijlcoaches voornamelijk het GLI-programma CooL (Coaching op Leefstijl) uitvoeren, waarbij de afspraken goed verdeeld zijn over de hele looptijd. “Wij herkennen uitval van 40 tot 50 procent zeker niet”, zegt Out. “Daarom zijn we erg benieuwd hoe de uitval en resultaten van de verschillende GLI-programma’s zich tot elkaar verhouden.”

Uitval voorkomen

Een verklaring voor de extra hoge uitval rondom 2019 en 2022 kan ook de pandemie zijn. “GLI-coaches moesten toen switchen naar online, waardoor veel coaches stopten en veel deelnemers niet zo snel mee konden komen met een online programma. Gelukkig zijn er inmiddels veel betere online GLI-interventies en hulpmiddelen omgezet waarbij de uitval veel lager is.” De BLCN doet er alles aan om de leden te ondersteunen om uitval te voorkomen. Dat gebeurt onder meer door het organiseren van elearnings en webinars. Out: “We zijn als beroepsvereniging altijd bezig met zorgen dat de BLCN-leefstijlcoaches zoveel mogelijk kwaliteit bieden en experts zijn op het gebied van gedragsverandering. Het terugdringen van onnodige uitval blijft dan ook zeker op onze agenda staan.”

Bericht delen via:
Facebook
Twitter
LinkedIn

Meer actualiteiten

Zoeken op blcn.nl